Per 2024 komt er waarschijnlijk één vrijstelling waarmee werkgevers onbelast een ov-abonnement kunnen verstrekken aan werknemer, blijkt uit de Voorjaarsnota 2023. Deze vrijstelling vervangt straks de twee huidige regelingen hiervoor.

Bij het belastingplan 2023 nam de Tweede Kamer unaniem een motie aan waarin de regering werd verzocht om te onderzoeken hoe het onbelast verstrekken van abonnementen voor het openbaar vervoer (ov) eenvoudiger gemaakt kan worden. Denk aan een jaartrajectkaart of ov-jaarkaart. In de Voorjaarsnota 2023 stelt het kabinet voor de huidige twee regelingen voor het onbelast verstrekken van ov-abonnementen door werkgevers te vervangen door één gerichte vrijstelling. Hoe deze vrijstelling er precies uit komt te zien, is niet bekend gemaakt.

Het verstrekken van een ov-abonnement

In het Handboek Loonheffingen 2023 van de Belastingdienst staat dat het al dan niet onbelast kunnen verstrekken van een ov-abonnement afhangt van de kosten van de zakelijke reizen die de werknemer met het abonnement maakt. Deze kosten kan een werkgever op twee manieren bepalen:

  1. De werkgever maakt met de werknemer de afspraak over nacalculatie.
  2. De werkgever maakt de kosten voor het zakelijk gebruik aannemelijk, met behulp van de voorgeschreven methoden.

Kosten bepalen met nacalculatie

Bij nacalculatie bepaalt de werkgever binnen één maand na het einde van de geldigheid van het ov-abonnement samen met de werknemer het zakelijke gebruik van het abonnement. Het zakelijke gebruik van het abonnement kan worden vastgesteld door alle kosten die de zakelijke reizen zonder abonnement hadden gekost, bij elkaar op te tellen. Er zijn twee mogelijke uitkomsten:

  1. Als de kosten van het zakelijk gebruik hoger zijn dan de kostprijs van het abonnement, blijft de verstrekking volledig onbelast.
  2. Als de kosten van het zakelijke gebruik lager zijn dan de kostprijs van het abonnement, moet de werknemer het verschil aan de werkgever terugbetalen (nacalculatie). De werkgever kan ook met de werknemer afspreken dat een eventueel resterend bedrag loon is voor de werknemer. De werkgever kan dit loon ook aanwijzen als eindheffingsloon ten laste van de vrije ruimte.

Bijvoorbeeld: een werkgever verstrekt een ov-jaarkaart van € 6.000. De prijs van de zakelijke reizen waarvoor de werknemer de kaart gebruikt, is € 8.000. De verstrekking van de ov-jaarkaart is dan volledig onbelast.

 

Bron: Rendement.nl