Indien de werkgever niet (tijdig) heeft voldaan aan de aanzegverplichting is deze een maand loon als aanzegvergoeding verschuldigd.

De aanzegverplichting blijkt helaas nog niet bij iedere werkgever bekend. Het blijkt dat er nog steeds werkgevers zijn die niet weten dat zij een werknemer met een tijdelijk contract ook uiterlijk een maand voor einde contract schriftelijk moeten informeren over het al dan niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst.

Aanzegverplichting en – vergoeding 
Artikel 7:669 lid 1, onderdeel a, van het burgerlijk wetboek verteld ons dat de werkgever een de werknemer schriftelijk uiterlijk een maand voordat de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van rechtswege eindigt, te informeren over het al dan niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst. Artikel 7:669 lid 3 BW volgt dat de werkgever aan de werknemer een vergoeding verschuldigd is gelijk aan het loon voor één maand, indien de werkgever deze verplichting in het geheel niet is nagekomen. De aanzegverplichting is in het leven geroepen om te verzekeren dat de werknemer op tijd weet wat de intenties van de werkgever zijn en, indien deze het contract niet te verlengen, tijd heeft om op zoek te gaan naar ander werk.

Moet aanzeggen verplicht schriftelijk?
Artikel 7:668 BW, waarin het vereiste van een schriftelijke aanzegging is opgenomen, is van dwingend recht. Enkel een mondelinge aanzegging, waarbij dus niet (tevens) schriftelijk duidelijkheid is gegeven over het niet verlengen van de arbeidsovereenkomst is niet voldoende.